Fava

Eén van mijn favorieten. Zelf kook ik de spliterwten niet  helemaal tot ‘pap’. Ik vind het lekker als er nog ‘stukjes’ inzitten. Beetje groffe zwarte peper erover en smullen maar.

Benodigdheden

  • 250 gram geweekte gele spilterwten
  • 1 grote ui
  • zout
  • peper
  • olijfolie
  • citroen
  • knoflook (mijn variatie)
  • kappertjes (mijn variatie)
  • kruidenbouillon

Wat te doen

Zet de spliterwten een uur weg in een kom heet gekookt water.
Spoel de spliterwten erg goed af.
Bewaar het vocht (bevat vitamine B)
Spoel ze daarna goed af.
Snipper de ui.
Fruit de ui in wat olie en voeg een teentje uitgeperste knoflook toe.
Als de ui geglazeerd is voeg je de spilterwten toe.
Roer ze even mee en voeg dan het bewaarde weekvocht en gekookte water toe.
Zorg dat er niet meer dan een vingerkootje water boven de erwten staat.
Laat dit ongeveer een uur op een laag vuur pruttelen.
Blijf regelmatig roeren, want de fava bakt snel aan.
Als de fava gaar en ingedikt is kun je ervoor kiezen om de fava door de blender te doen waardoor je een gelijkmatige massa krijgt.
Ik houd echter van ‘een bite’ dus doe dat niet.

Serveer de fava met wat olie, uien ringen, kappertjes en verse zwarte peper erop.
De mensen hier doen er ook nog wat citroensap doorheen.

Καλή όρεξη – smakelijk eten

Leve het internet!

Katten

Iedere ochtend maakt ze haar rondje door het dorp. Ze zorgt voor de katten in het dorp.  Dat wordt haar niet door iedereen in dank afgenomen. Met name de Grieken die in de zomer komen, vinden het maar niets en veel katten hebben daardoor het loodje gelegd. Toch heeft het dorp katten nodig tegen beesten die je liever niet in en om het huis wilt hebben, zoals muizen en ratten. Een eeuwigdurende discussie. “Ze moeten gesteriliseerd” vindt  de ene groep,  de andere groep zegt “De  natuur regelt het zelf wel, de sterken overleven, de zwakkeren niet.”  Als je dicht bij de natuur leeft accepteer je diens wetten eerder vermoed ik.

Communicatie

Ik leer haar nu wat beter kennen. Ze is van mijn leeftijd. We kunnen redelijk goed communiceren. Ze spreekt rustig, haalt in tegenstelling tot vele anderen af en toe adem tijdens het spreken, articuleert duidelijk en omschrijft dat wat ik niet begrijp.
Google translate is mijn maatje en het gesprek verloopt prettig en is niet  vermoeiend. Ze is net als ik een vreemde eet in de bijt. Dertig jaar geleden is ze in Griekenland komen wonen,  en nooit meer teruggegaan naar haar geboorteland. Het grootste deel daarvan heeft ze in dit dorp doorgebracht. Behalve voor de katten zorgt ze ook voor een aan huis gebonden oude man die hoger in het dorp woont.

Bij een lekkere bak koffie met de luxe van een sigaretje,  ja, ja we zijn partners in crime, vertelt ze over haar jonge jaren, haar onopgemerkte zwangerschap, haar min of meer gedwongen huwelijk en onvermijdelijke scheiding.  Een paar jaar daarna is ze met haar zoon naar Griekenland vertrokken die hier is opgegroeid.

Een zwaar bestaan

Ze heeft, net als vele mensen hier, een hard leven, is onverzekerd met als gevolg een opstandig pijnlijk lijf. Ze moet van wel erg weinig rondkomen en dan gaat nog een groot gedeelte van haar huishoudgeld op aan voer en medicijnen voor de katten. Ze heeft één kind, inmiddels volwassen en vader van een dochter. Ze heeft ze al vier jaar niet gezien, vertelt ze me enigszins verdrietig. Zij zijn teruggegaan naar hun geboorteland.

Ik ben een internet gebruiker van het eerste uur en de enige in dit dorp met een internet aansluiting en met een laptop dus voor mij is dat te zot voor woorden.

Facebook

”Heeft hij Facebook?” vraag ik oplossingsgericht.
“Ja vast wel maar ik heb geen moderne telefoon”.
“Geeft niet, ik heb dit ding hier” terwijl ik naar mijn laptop wijs, die allang de “state of the art” voorbij is. Maar hij voldoet precies waarvoor hij nodig is. Contact maken, communicatie. Dus duiken we samen voor het scherm en gaan we op Facebook naar hem op zoek. Opeens vouwt ze haar handen om haar wangen en rollen er dikke dikke tranen over haar gezicht.  
O  yios mou, o yios mou*” snikt ze als we hem tussen zijn naamgenoten vinden.
“Nu gaan we een afspraak regelen. Ik stuur hem een vriendschapsverzoek en regel een afspraak.”

Dat was vanmorgen. 

Al snel nadat ik  het verzoek had gedaan, werd het geaccepteerd. Ik had net een privé berichtje met uitleg geschreven. Binnen 2 minuten was de afspraak gemaakt. Helemaal blij ging ik tijdens een regenpauze naar haar huis om te zeggen dat ze vanavond al  haar zoon en kleindochter kon ZIEN en spreken!

Spannend

Het was spannend, want de hele dag heeft het geregend, geonweerd en viel om de haverklap de elektriciteit en dus de internet verbinding weg. Om zes uur zit ik met kaarsjes aan en met een zaklantaarn op tafel, brei ik maar een paar pennen, een project dat ik ben gestart als afleiding van de rookbehoefte.
Een uur voor de afspraak staat ze voor mijn deur. Terwijl ik  een volle pot meidoorn thee zet, babbelt ze er lustig op los. Ze vraagt me wel 4 keer hoe laat het is, want zonder bril kan ze niet op haar 20 jaar oude telefoontje kijken. Om  klokslag 20.00 uur doe ik de eerste de video oproep. Om 20.05 uur zijn het al 10 vergeefse pogingen.

“Hij is misschien nog niet thuis.
Misschien zet hij eerst even koffie.
Wellicht wil hij eerst naar het toilet.
Rustig maar, hij komt wel.”

“Misschien hebben ze ook slecht weer?” oppert ze zelf met een diepe frons in haar voorhoofd.

Moeders

Geen minuut later belde hij.
Van spreken kwam niet veel. Ik ben in de keuken gaan zitten terwijl zij in de woonkamer aan de ene kant van het scherm zat te snotteren en haar gesprekspartners aan de andere kant snotterden. Na afloop vertelde ze mij dat haar haar kleindochter zo mooi groot wordt, en haar zoon zijn baard en snor heeft laten staan. Dat vond ze maar niets.
“Heb je hem dat ook gezegd?” vroeg ik.
“Ja” zei ze met een vrolijke  frons.

Moeders blijven moeders natuurlijk.
Nu gaan we op zoek haar broer, die heeft ze 20 jaar niet gezien.
Er is veel geknuffeld vandaag.

Muziek: Paul Simon – Mother and child reunion

ο γιος μου – mijn zoon

Socialiseren

Socialiseren

Socialiseren

Een uitnodiging

Bij hoge uitzondering ga ik naar de kerk. Alhoewel katholiek opgevoed, houd ik niet van het instituut kerk.

Tijdens mijn leven hier op Kreta, ben ik vaker dan mij lief is naar de kerk geweest. Niet als een toeristische bezienswaardigheid maar naar begrafenissen van mensen die mij lief waren. Een paar keer naar een bruiloft en één keer naar een doop.

Mijn buurvrouw, kyria* Vasiliki, vroeg mij gisteren of ik vandaag naar de kerk wil komen. Het is de naamdag van Agios Michael. De kerken hier zijn vernoemd naar heiligen en zodra die herdacht worden, is het feest. Ook alle mensen die die naam dragen vieren dat op die dag. Onze kerk, die twee lagen boven mijn huis staat,  is vernoemd naar Agios Michael. Omdat ik een nieuwe bewoonster ben in dit verlaten en vervallen dorp, wil ik van goede wil getuigen en heb dus toegezegd te komen.

“Wat trek je aan?”
Men kent mij inmiddels als een bonte vogel en ik ga er maar vanuit dat zij mij wil behoeden voor afkeurende blikken. 
“De zwarte rok, die je zo mooi vindt.”
Mijn keuze is goedgekeurd.

Vroeg op

De kabana, het luiden van de klokken, wekken mij om 7 uur. In tegenstelling tot eerdere keren dat ik ze gehoord heb, draai ik mij niet om, maar schiet ik snel, net als de andere kerkgangers in de zondagse kleding. De dametjes die anders met schorten voor en hoofddoekjes om in werkkleding door het dorp scharrelen, hebben metamorfoses ondergaan. Keurig gekapt in glimmende schoenen en mooie mantelpakjes zien ze erop eens heel anders en vrouwelijk uit. Ik ben, door dezelfde buurvrouw, geïnstrueerd. “Als je binnen komt, brand je een kaarsje en kus je de icoon.” Ik ken het protocol. Ik brand altijd wel een kaarsje, voor alle dierbaren die mij zijn voorgegaan, maar het kussen van een icoon die al honderd keer gekust is,  gaat mij te ver. Er zijn grenzen aan mijn goede wil.  “Mag het ook een handkus zijn?” vraag ik. “Waarom een handkus?” wil ze weten.
“Wel, ik vind het niet zo hygiënisch eerlijk gezegd!”
Ok, als ik het zo wil is dat ook goed. Uiteindelijk ben ik het kussen vergeten.

Levendig

Het kerkbezoek hier is levendig. Men praat en begroet elkaar zachtjes tijdens de dienst, men loopt in en uit, er worden enorm veel kruizen geslagen, men staat om de haverklap tegelijkertijd op en gaat weer zitten. Je botten en spieren worden goed aan het werk gezet en ik merk nu ik ouder word, dat dat niet zo soepel, laat staan elegant, gebeurt. Je hoeft niet te knielen zoals in de katholieke kerk maar er wordt veel gebogen en de meest stramme oudjes klappen schijnbaar moeiteloos dubbel als de priester langs loopt met het heilige boek of de wierook en ons zegent. Het kussen van diens habijt is blijkbaar een groot goed bij de alleroudsten.

Hergebruik

Half opgebrande kaarsjes worden tijdens de dienst door verschillende mensen gedoofd en weggegooid. In het kader van hergebruik, in plaats van verspilling, zal ik eens voorzichtig vragen of ik die mag verzamelen om ze om te smelten tot een grote kaars.

Een beetje opgelaten

Eenmaal binnen zie ik een aantal bekende gezichten. Niet veel, want in het dorp wonen nu nog maar iets van dertig mensen waarvan ik er, mede door mijn druk bezochte buurvrouw, met hooguit tien heb kennis gemaakt. Ik denk dat nagenoeg de hele gemeenschap, op bedlegerige mensen na,  aanwezig is. Mijn andere buurvrouw, Kyria* Agapi, gebaart mij naarstig naast haar te komen zitten. Ik laat een stoel vrij tussen haar en mij en ga zitten. En daar zit ik dan.

Zelfbewust

Op zo’n moment ben ik mij zo zelfbewust. Ogen die mij opnemen. Ik maak het kruisteken anders dan de Grieks orthodoxen. Van links naar rechts in plaats van rechts naar links. Af en toe maak ik een kruisteken en niet iedere keer zoals de anderen. Ik heb geen geld in de offerbus gestopt toen ik mijn kaarsje pakte, anderen gooien munten erin, een enkele papiergeld. Ik betrap mijzelf dan op onaardige gedachten.

Een welkomsgeschenk

Tijdens de dienst lopen mensen binnen met gebaksdozen en broden in plastic zakken die voor het altaar worden gezet. Na het zegenen ervan worden ze weer door anderen weggehaald. Een half uur later worden ze in grote driehoeken gesneden teruggebracht in rieten manden en op een tafel bij de uitgang gezet. Na afloop van de dienst krijgt iedereen een homp brood bij het verlaten van de kerk. Mij wordt nog tijdens de dienst een heel brood in mijn handen geduwd. Ik voel me heel ongemakkelijk daarbij. Mijn buurvrouw vertelt mij later, dat iedere vreemdeling die aanwezig is dat krijgt aangeboden. Ik was blijkbaar de enige vreemde eend in de bijt.

Devoot

De papas* bevindt zich grotendeels buiten het zicht achter het iconostasis, waar het altaar staat. De iconostatis is een kleurrijke afscheiding voor in de kerk voorzien van iconen en met zogenaamde koninklijke deuren die je naar het altaar leiden.  Mijn buurvrouw staat samen met twee heren voor in de kerk psalmen te zingen. Ik heb met haar te doen. Een tachtig jarige dame die twee uur op haar benen staat te zingen. Zo devoot.

Zou God dat echt nodig vinden?
Misschien is het trots en wil ze zich niet laten kennen.
Of heeft ze iets op haar kerfstok en is het boetedoening?

Tranen

Na de dienst ga ik even buiten op een muurtje zitten. Alle anderen verdwijnen om de hoek. Vanaf het muurtje kijk ik neer op het dak van mijn huis, de daaronder liggende ruïnes en de vallei vol olijfbomen, weggetjes, kerkjes en het levendige dorp waar ik kortgeleden nog woonde beneden aan zee.  Ik word altijd emotioneel tijdens een Grieks orthodoxe kerkdienst. Ik begrijp er niets van, zover strekt mijn Grieks niet en ben daardoor wellicht meer ontvankelijk voor de energie binnen de kerk. En binnen no time rollen dan de tranen over mijn wangen. De tranen landen rustig in de sjaal rondom mijn nek. Ik zie het maar als een zuivering,

Na afloop wil ik even, in mijn eentje, die energie weer omruilen voor de goddelijke energie van de natuur die mij in zijn grootsheid omringt.

Parea

Om de hoek staat een bijgebouwtje en zodra ik weer in zicht ben, word ik onmiddellijk bij de arm meegetrokken door een van de oudste dametjes in het dorp. Verbaasd over zoveel kracht in haar hand, laat ik me meetronen. Buiten zit een gezelschap van voornamelijk mannen en ze sommeert mij binnen te gaan zitten. Ik mag de anderen binnen parea* houden. Volgzaam als ik ben op zo’n moment, schuif ik aan. Aan twee lange tafels zitten voornamelijk vrouwen. Op de tafels staan talloze bordjes met koekjes, cake en andere al dan niet zelf gebakken zoetigheden. Ik krijg een papieren bekertje met Griekse koffie in mijn handen gedrukt en ik laat het maar op mij afkomen en geniet van de hartelijkheid van de mensen.

Een oude bekende

Het verbaast de mensen, dat ik één van de oude dames, die in een nabij gelegen, nog hoger in de bergen gelegen dorpje woont, goed blijk te kennen. Ze komt mij hartelijk begroeten. Al vanaf het eerste jaar dat ik hier woon bezoek ik haar taverne als ik met mensen een uitstapje naar de bergen maak. Ze heeft mij daar, op haar met druivenranken overdekte terras, vaak met veel belangrijke mensen in mijn leven gezien. Mijn lief, mijn ex man en tevens vader van mijn kinderen, mijn biologische vader met zijn vrouw, en met veel vrienden.
Ze maakt geweldige omeletten, gebruikt producten uit eigen tuin en is een typisch voorbeeld van een ijzersterke oude in het zwart gestoken weduwe zoals ik er hier al veel heb leren kennen. 

“Wie had, bijna twee decennia geleden, nou gedacht dat we hier nu samen zo zouden zitten?” vraag ik, waarna ze haar lieve lach lacht.

De standaardvragen

Vervolgens beantwoord ik de standaard vragen van de mij onbekende dame die naast mij zit en trots is op haar weliswaar beperkte Engels. Een kerkbezoek is niet alleen een uiting van devotie maar blijkbaar ook een sociaal event. Als mijn buurvrouw vertrekt, hobbel ik met haar mee. Verdikkeme, ze is tachtig en loopt me eruit.

Mijn energie is weer licht en vrolijk.

Muziek: Tim Mc Craw – Humble and kind

η κυρία – de mevrouw
η παρέα – het gezelschap, de vriendenkring
ο παπάς – de priester
η εικόνα – de afbeelding, de icoon, het beeld