Aanloop beslissing wonen op Kreta – deel 1

Decision to move to Crete to live there

Oktober / November 2002

Pfff. Al drie weken lang lig ik te draaien en te keren in mijn bed. Ik wil zo graag hier blijven. Hier wonen. Het leven hier lijkt beter bij mij te passen. Spontaner, minder geregeld, vrijer, menselijker. De natuur, de bergen. Schone lucht, een stralend blauwe lucht en als ik over de zee uitkijk, ligt het verleden letterlijk achter mij. In het Noorden. Nooit gedacht dat ik zo van de bergen zou houden. Ik wíst niet eens dat Kreta zoveel bergen heeft. Het is mijn derde bezoek aan dit dorpje in één jaar tijd. Dit keer ben ik van Amsterdam naar Kreta komen rijden samen met mijn hartsvriendin Zelda.

Zelda

Zelda en ik hebben elkaar leren kennen in het herstellingsoord waar ik was opgenomen aan het begin van mijn depressie. Nu, zeven jaar later, lachen we weer en zijn we hartsvriendinnen. Ze slaapt in het appartement naast mij. Onze appartementen liggen direct aan zee en s morgens drinken we onze koffie en eten ons ontbijtje gezamenlijk op haar terras. Het is November en we zitten schaars gekleed buiten!

Hendrik mijn ex

Ik kan ongeveer 6 weken wegblijven. Mijn contract bij mijn laatste werkgever is niet verlengd. Libby en Leo zijn bij Hendrik, mijn inmiddels weer door mij gerespecteerde en geliefde ex-man. Ze wonen eigenlijk al sinds de voorjaarsvakantie bij Hendrik van wie ik 8 jaar geleden gescheiden ben. Hendrik noem ik nooit mijn ex maar bij naam.

Bominslag

Net voor de voorjaarsvakantie kreeg Hendrik te horen dat de ziekte die ten grondslag ligt aan zijn tintelende voeten en klapvoet hem mettertijd zal verlammen en uiteindelijk zal doden. Een tijdspanne kan de dokter niet geven, dat verschilt van persoon tot persoon. Het nieuws sloeg in als een bom en we hebben uren en uren aan de telefoon gepraat. Hendrik heeft van nature al zwaarmoedige periodes, met name in de winter en dus is het nu wel een hele klus om monter te blijven en niet af te glijden in een depressie. Hij is alles behalve dom maar toch herhaal ik deze mantra regelmatig,
“Lieverd, focus op wat je wel kunt, en niet op wat er moeilijker wordt. Je kunt blijven werken of gaan lesgeven, wat je altijd al wilde. Dat kan ook vanuit een rolstoel en het is nog niet zo ver. Je loopt nog!” Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, dat besef ik heel goed.

Bominslag

Twee maanden na de voorjaarsvakantie ging ik zelf op vakantie. De kids zouden dan weer naar Hendrik gaan die in dezelfde wijk woont. Bij de scheiding was dat een bewuste keuze van ons zodat de kids ook gewoon tussendoor even konden aanwaaien. Daar komt in de praktijk niet veel van. Hendrik heeft een drukke baan als directeur van een handelsonderneming. Behalve Leo, die kan met zijn kwaaie kop wel eens bij zijn pa onderduiken.

De vraag

Aan het eind van de voorjaarsvakantie belde Hendrik mij:

“Lieverd, ik wil je iets vragen.”

“Ok, zeg het eens?”

“Weet je, het doet me goed om de kids om mij heen te hebben. Ze geven mij structuur, een reden om mijn bed uit te komen, afleiding en het is gewoon gezellig.”

Libby en Leo, de kids

Libby en Leo zijn respectievelijk 16 en 14 jaar. Libby is rustig, slim, introvert maar wel sociaal. Ze heeft veel vrienden. Leo is aanwezig en vroeg wijs. Altijd al geweest. Als kleuter zat hij hele verhalen te vertellen als hij aan het spelen was. Ik heb wel eens vertwijfeld gezegd, ‘lieverd, ik hoef je niet altijd te horen’. Voor leerkrachten is hij een hele uitdaging. Hij zegt wat hij denkt en gaat confrontaties niet uit de weg. Tot nu toe zijn er nog maar weinig leerkrachten die dit uitermate slimme beelddenkertje kunnen handelen. Ik word dan ook regelmatig op school verwacht om zijn houding te bespreken. Ik bespreek die van de leerkacht . Hij is mijn zorgenkind en tegelijkertijd ook niet. Ik herken veel dingen van mijzelf in hem. Op dit moment schijnt hij zijn plek gevonden te hebben in een speciale setting waar híj juist het goede voorbeeld is, in plaats van een lastpak. Wij hebben onze eigen gezinsdynamiek en ervaren hem niet zo, we zijn allemaal slim en beelddenkers en accepteren het als de kinderen ons een spiegel voorhouden. Als ze gelijk hebben, hebben ze gelijk.

Een fijne vader

“Zou je er problemen mee hebben als ze de periode tussen de voorjaars- en de meivakantie ook hier blijven? Over een tijdje ga je toch weer op vakantie naar Kreta. Ik zou het wel fijn vinden als ze tussendoor ook blijven.”

Ik had er geen problemen mee. Waarom zou ik?  Hendrik is een fijne vader, heeft het veel breder dan ik en heeft veel te bieden. Hun aanwezigheid doet hem goed en het geeft hem houvast. Onze opvoeding was nooit een discussiepunt. We zitten op één lijn en ik heb, ook al zijn we gescheiden, nooit een oudergesprek zonder Hendrik hoeven voeren.

Een vreemde vent in huis

Nadat ik terug kwam van de mei vakantie bleven de kids ook bij hem. Dat had mede te maken met het feit dat mijn nieuwe liefde, een Griekse man, een tijdje bij ons thuis bivakkeerde. Iets waar met name dochterlief niet blij mee was. Een vreemde vent in huis. Zoonlief vond hem wel interessant al ware het al om zijn onconventionele manier van leven. Maar ook toen hij in Augustus weer vertrok, bleven ze bij Hendrik. De weekendregelingen zoals die zijn vastgelegd na de scheiding, worden omgekeerd niet nageleefd. De kids komen als ze zin hebben, anders niet. Hendrik dringt er ook niet op aan. Leuk vind ik dat het niet.

Impact

Wat voor een impact zou het hebben op Libby en Leo als ik hier ga wonen? Ik denk er niet over om ze mee te nemen. Ver weg van hun vader, hun vrienden. Ze spreken de taal niet en Griekenland kan Leo niet bieden wat hij nodig heeft. Ok, ik ben hun voogd maar dat betekent niet dat ik maar kan doen met ze wat ik wil. Ik vind dat ze een leeftijd hebben waarop ze ook recht van spreken hebben. Ik vind het een enorm dilemma. Het feit dat ze het zo fijn hebben bij hun vader dat ze ook in de weekenden niet eens komen, doet zeer. Het voelt niet alsof ze me nodig hebben. Hendrik dringt er ook niet op aan. Het voelt niet alsof ze me nodig hebben.

En zo lig ik nu al drie weken te draaien en te keren in mijn bed.

wordt vervolgd….

Muziek: The Clash – Should I stay or should I go.

Girl power

Opgedrongen vrolijkheid

Zoals iedere morgen zet ik eerst de radio aan.
♫ All I want for Christmas is you ♫  van Mariah Carey is het eerste wat ik hoor. Shit nu al? De melancholie slaat in als een bom. Jeetje, nog drie weken opgelegde vrolijkheid te gaan.

Vroeger

Vroeger was Kerstmis leuk. Toen ik nog deel uitmaakte van een gezin.

Eerst als kind, later als moeder. Boom optuigen, shoppen voor leuke cadeautjes, alles mooi inpakken in glimmend papier. De geur van een echte kerstboom die je drie weken lang bij het thuiskomen tegemoet komt. Hij moest groot zijn, van de grond tot het plafond. De kamer moest ervoor heringericht worden en de trapkast was die weken niet te gebruiken. De poezen lieten de boom met rust, mits we geen ballen aan de onderste takken hingen. Mijn grootste uitdaging was koken voor 16 monden maar het was lekker en knotsgezellig.

Geen ‘you’ voor mij

♫All I want for Christmas is Youuuuuu.♫
Ik heb geen “you” en maak geen deel meer uit van een gezin.
Met name rond Kerstmis voel ik dat. Gemis.

Vooruit. Ik heb dingen te doen. Geen tijd om er lang bij stilte staan. Daar heb ik nog drie weken voor. Ik verwacht mijn vriendinnen voor het somba* project.

De hout oven

De pijpen, de hoeken, de haken en kettingen. Heb het allemaal in huis gehaald om mijn houtoven te installeren. Mijn Nederlandse ‘weet alles beter’ vriendin Maya heeft me een boodschappenlijstje opgegeven en dat heb ik dus braaf aangeschaft. Elefteria, mijn Griekse vriendin van het eerste uur, lenig en met een geweldige fijne motoriek, heeft een betonboor en komt de tripes* voor de haken voor mij boren.  Crosetta, Italiaanse, heeft mijn nieuwe plek, hier boven in de bergen nog niet gezien. Dus zij komt ook mee. Het plan is dat we de houtoven installeren op een meer centrale plek in het huis, daarna een gerecht in de oven maken en dan een potje kaarten.

Hout, veel hout

Ik moet opschieten, heb nog van alles te doen, wil mijn haren wassen en moet de pijpen uit de auto halen die aan het begin van het dorp geparkeerd staat. Ons dorp is als een labyrint en de straten zijn zo smal dat je er met een auto niet in kunt. Mijn verhuizing heeft plaats gevonden met een kleine tractor. Mijn huisbaas komt ook nog langs om mij de sleutel van de houtopslag te geven. Gelukkig mag ik de houtvoorraad in termijnen betalen want 350 euro in één keer is een te grote aanslag op mijn bescheiden inkomen. Ik hoop er twee winters mee te kunnen doen.
Als kerst cadeautje krijg ik 5 liter van zijn zelfgemaakte wijn.   

Circusapen

Gedurende een paar uur staan mijn vriendinnen op de tafel, op het muurtje in de keuken, op stoelen of het trappetje om gezamenlijk de constructie in de lucht te krijgen. Belangrijker, in de lucht te houden. Als een stel circusapen halen ze capriolen uit om de pijpen op hun plek te krijgen. Twee keer komt alles weer naar beneden. In de vaart kwakt mijn tweede beeldscherm op de grond. De pijp past niet in het hoekstuk, het boortje heeft niet de juiste maat, er lijkt een pijp tekort te komen, de pijp buiten moet eigenlijk vervangen worden. De tape voor het afsluiten van de verbindingen ben ik vergeten. Het trappetje is niet hoog genoeg.

Ze weet het ook beter

Maya is de pineut, zij is de langste van het stel. Dat wat ik wilde, de buizen schuin door de kamer, kon niet volgens mijn ‘weet alles beter’ vriendin. En dat blijkt ook. Naarmate de dag vordert komen we steeds meer tot de conclusie dat de constructie van twee hoeken voorzien moet worden en niet schuin door de kamer kan lopen.

Een lange adem

Gelukkig heeft een van mijn buren aluminium tape in huis, hebben mijn vriendinnen een lange adem en laat ik gelaten alles gebeuren. Zelf kan ik niet klimmen en klauteren en veel kracht in mijn handen heb ik ook niet. Ze kennen mij al jaren en weten dat ik klunzig en onbruikbaar ben. Ik zet koffie, smeer boterhammen en moedig aan.

Trots

Als uiteindelijk het vuur brandt, er nergens rook ontsnapt en het eten in de oven staat, zitten we eindelijk alle vier in alle rust in de keuken aan tafel. We geven toe dat we allemaal een moedeloos moment hebben gehad maar we ons niet wilden laten kisten. Ik zeg dat ze trots mogen zijn op hun werk. Mijn beeldscherm doet het nog.  De vloer is geveegd en gedweild, de bank heeft een andere plek gekregen en ik zit met zicht op de kamer met de pijpconstructie te genieten.

Kerstmis

Tijdens de maaltijd komen de plannen voor Kerstmis ter sprake. Maya en ik hebben plannen om Christoúgenna* samen door te brengen bij de open haard die ook als warmtebron aanwezig is. Elefteria viert het met haar familie, Crosetta gaat niet naar ‘huis’ dit jaar, en volgens Maya vinden gemeenschappelijke vrienden van ons het wel een fijn idee om de berg op te rijden om Kerstmis bij de open haard te vieren. We spreken af dat iedereen iets voorbereidt en meeneemt. Van de rode krasi* is inmiddels een liter op. Die zet ik in bij het hout in de opslag. Voor de Kerst.

Girlpower

Het melancholische gevoel van vanmorgen heeft plaatsgemaakt voor een blij vooruitzicht. Ik voel me een gezegend mens en ben superblij en trots op mijn vriendinnen. Girl power. 

Muziek: Bette Midler – Friends

η σόμπα – het fornuis, de kachel
η τρύπα – het gat
το κρασί – de wijn
Χριστούγεννα – Kerstmis

Hannibal Lector

Hannibal Hektor

‘Zieken’bezoek

De deur van de psychiatrische afdeling lijkt op een kluisdeur van de nationale bank.
Ik moet aan Hannibal Lecter denken.

Ik bel aan en een stem antwoord  “Oriste*?”
“Ik kom Hektor bezoeken”

Hektor heeft mij de dag ervoor gebeld om te vertellen dat de politie hem op verzoek van zijn moeder heeft opgepakt en op laten nemen. Dit is zijn derde dag dus.

Aan de andere kant van de deur wordt er een enorme hendel overgehaald om mij binnen te laten. Ik stap in een typische ziekenhuis gang. en volg de verpleegster. Het ruikt er niet naar antiseptica maar bedompt en naar zweet. Aan het eind van de gang bevindt zich de receptie. Een stukje verderop staat een koffiemachine waar wat patiënten verveeld rondhangen.

Tralies

Vervolgens volg ik de nosokoma* naar een traliedeur in het rechter gangetje, die ze voor mij opent, en meteen erna weer afsluit. Hektor zit met voorovergebogen op een bankje. Het smalle en korte gangetje biedt niet veel bewegingsvrijheid. Links bevinden zich drie kleine kamertjes. De verpleging bevindt zich rechts, in een afgesloten kamer met een luik.  Hektor vraagt via het loket om een sigaret die hij meteen opsteekt. Hij geeft de aansteker terug. Hij mag er zelf niet over beschikken. Als hij wil bellen moet hij om zijn mobieltje vragen.

Als hij weer gaat zitten en ik hem zijn door mij meegebrachte tiropita* geef, komt er een man bij ons zitten, begint te ratelen en vraagt of hij een stuk kan krijgen. Hektor geeft hem een stuk en vraagt hem vriendelijk maar beslist ons even met rust te laten. De man schuift mokkend een stukje op en zegt niets meer.

Moeder

“Wat is er gebeurd, waarom ben je hier opgesloten?”
I manna mou*” heeft me laten opnemen, in haar ogen ben ik onrustig en niet te handelen.”
Ik ken zijn moeder. Ik ben vaak bij ze thuis geweest. Zoals veel vrijgezelle mannen, woont hij sinds de crisis weer bij zijn ouders om de kosten van levensonderhoud te drukken. Ze is de baas in huis, dat is mij duidelijk.
“Ben je een gevaar voor jezelf of je omgeving dan? Wat heb je gedaan?”.

Irrationeel

Hektor heeft een verleden van ‘irrationeel’ gedrag. Ik ken hem als vriendelijk, intelligent en sociaal. Soms is hij onrustig. Dan laat zich leiden door nummers en tekenen. Toen we eens met mijn auto onderweg waren, vroeg hij mij opeens om om te keren, omdat 3 zwarte kraaien aan de rechterkant van de weg op de elektriciteit kabel gingen zitten. In zijn ogen is dat een slecht teken  en een reden om een andere weg in te slaan. Als ze links waren neergestreken was het een ander verhaal geweest. Als hij daar zoveel waarde aan hecht, keer ik gewoon om. Er leiden meer wegen naar Rome, niet? Hij hecht ook waarde aan nummers. Bepaalde cijfer combinaties betekenen niet veel goeds en vormen een reden om voornemens te wijzigen. Zijn moeder wordt er gek van, hij niet.

Medepatiënten

Uit een van de kamers komt een vrouw het gangetje in geschuifeld. Haar lichtblauwe nachthemd zit vol met donkere vlekken, zij draagt een luier en heeft zich overduidelijk bevuild.
“Zo loopt ze nu al een paar uur rond, en niemand die zich om haar bekommert.”
Het lijkt haarzelf niet te storen.
“Waar bestaat jouw behandeling uit?” vraag ik hem zonder verder aandacht aan de vrouw te besteden.
“Ik moet mij laten injecteren, eerder mag ik niet van de afdeling en dat wil ik niet. Ik weet wat er dan gebeurt, of, eigenlijk niet. Ik raak dan hele stukken kwijt”.

Geen incident

Dat snap ik heel goed. Ook bij ons in het dorp is er een aantal mensen die, wat ik noem platgespoten wordt. Lieve, intelligente mensen die af en toe van het pad af raken, wartaal uitslaan of, en dat is minder, agressief worden. Uitzoeken wat de beste medicatie of behandeling is, lijkt geen optie. Al dan niet vergezeld van de politie, krijgen ze van een arts of verpleegkundige een injectie. Na ‘de injectie’, lopen ze vervolgens als zombies in de rondte, staren je met lege ogen aan of slapen een gat in de dag.

Te gek voor woorden

Het is te gek voor woorden dat Hektor op de zwaarbewaakte afdeling zit, hij is noch suïcidaal noch agressief, en we overleggen wat te doen

Nog voordat ik weer naar huis rijd, bel ik mijn vriendin van het eerste uur Elefteria, de secretaresse van een advocaat. Als ik twee uur later thuis ben, heeft hij al een telefoontje met de psychiater gepleegd en is er een machtiging voorbereid waarin Hektor mij als zaakwaarnemer aanstelt. Daarmee wordt zijn moeder buitenspel gezet en kan ik in gesprek met de psychiater. Dezelfde avond nog verhuist Hektor van de zwaar gesloten afdeling naar de gewone gesloten afdeling.

Even voorstellen

Een paar dagen later heb ik een gesprek met de psychiater.
We zitten in een kleine bedompte kamer, hij, de psychiater, een dame die verder niet werd voorgesteld, Hektor en ik. Hektor en ik hebben afgesproken dat ik het woord zal voeren. Ik steek mijn hand uit en stel mij voor.

Yiatros*, Ik heb wat vragen” begin ik.
“Waarom is Hektor tegen zijn wil opgesloten? Hij is geen gevaar voor zichzelf noch zijn omgeving. Gebaseerd op mijn ervaring in de psychiatrie is er geen gegronde reden om hem hier tegen zijn wil in vast te houden.”

De nog jonge arts schuift wat heen en weer op zijn stoel en kijkt naar de dame die niet naar hem maar haar notitieblok kijkt.
“Wat is uw relatie met Hektor? Hoe lang kent u hem? Wat is uw ervaring met de psychiatrie dan? Zeker die van een verpleegkundige?”

Door de badinerende toon in zijn stem raak ik getriggerd maar tegelijkertijd moet ik van binnen lachen. Ik ben zelf een ex-patiënt.

Een bizondere vriendschap

“Wij zijn een paar jaar nauw bevriend, we praten heel veel, hij logeert wel eens bij mij en ik weet wat er in hem omgaat. Mijn ervaring met betrekking tot de psychiatie? In Nederland was ik o.a. jarenlang actief binnen de patiëntenbeweging, die opkomt voor de rechten van de patiënt. Waaruit bestaat zijn behandeling, want voor zover ik heb begrepen is er geen behandeling?”

“Wij zijn van mening dat hij medicatie nodig heeft om zijn irrationele gedachten te controleren, eerder mag hij niet weg.”

Hektor heeft zich zeven weken na dit gesprek, zonder verdere behandeling, laten injecteren.

Het is makkelijk om strijdbaar te zijn als je die kluisdeur weer uit kunt lopen maar moeilijk als er geen belangen behartigingsbeweging achter je staat.


Music: Stereo MC’s – Connected

ορίστε – alstublieft, wat zegt u? Hier: zeg het eens
η νοσοκόμα – de verpleegster
η τυρόπιτα – kaasbroodje van bladerdeeg
η μάννα / η μητέρα – de moeder
ο γίατρος – de dokter