vervolg op Tot leven komen – Mei 2002
Tandeloze mond
Hij gaat zitten, en lacht me met een bijna tandeloze mond toe.
Het is me vaker opgevallen dat de oudere Grieken niet de best verzorgde tanden hebben. Is dat een kwestie van armoede of een pathologische angst voor de tandarts?
“Hi, are you the Dutch lady who wants to have sailing lessons?”
Zijn engels komt er moeiteloos uit. Zijn stem is aangenaam diep, haast rauw te noemen.
“Yes, I am, why you ask?”
“My friend Vito told me about you”
Vito
Gisteren heb ik Vito op het strand ontmoet, een energieke tengere Italiaanse man, iets ouder dan ik schat ik zo, met een enorme bos haar. Hij lijkt nauwelijks stil te kunnen zitten. Altijd in beweging. Hij kwam afwezig op mij over en op mijn vraag of ik zeillessen kon krijgen kwam geen eenduidig antwoord. Ik liet het maar voor wat het was.
“Ik woon op dit moment bij Vito en zijn
gezin, We zijn goede vrienden.
Ik heb een tent in zijn veld bij zijn huis staan.”
“Je spreekt zo makkelijk Engels!” onderbreek ik hem “Hoe komt dat zo?”
Drie keer getrouwd
Hij vertelt dat zijn eerste vrouw een
Engelse is, dat hij als taxichauffeur in Londen heeft gewerkt en een dochter
met haar heeft. Ongevraagd vertelt hij dat hij drie keer getrouwd is geweest en
met alle vrouwen kinderen heeft. Hij lijkt er trots op te zijn.
“Is dit je eerste keer hier in Thios?”
“Ik was hier vorig jaar Oktober voor het eerst. Ik arriveerde middernacht en heb toen een wandeling langs het strand gemaakt. Het voelde veilig en vertrouwd. Toen ik de volgende ochtend voor het eerst via de boulevard het dorp inliep uitkwam bij een winkeltje dat drums verkocht. Die wilde ik altijd al hebben. Ik kreeg kippenvel en vroeg me af; wat is dit voor een plek? Magisch? Een paar dagen later heb ik zo’n drum gekocht en als handbagage meegenomen naar Nederland.”
Raki in een wijnglaasje
Teodor komt hem zijn Griekse koffie brengen en niet veel later een klein wijnglaasje met raki. Normaal gesproken wordt raki geschonken in een petieterig klein glaasje. Theodor loopt nog altijd te spelen met zijn digitale camera.
Ons gesprek is levendig en binnen no time hebben we een samenvatting van onze levens op tafel liggen. Hij lijkt me een intelligente man en heeft een ongewoon leven geleid, dat is mij meteen duidelijk. Hij is opgegroeid op een Grieks eiland als zoon van een visser en hij had graag willen studeren maar daar was geen geld voor. De Grieks Orthodoxe abt had zijn ouders voorgesteld, hem in zijn klooster op te nemen en zijn studie te bekostigen. Zijn ouders stemden daar niet mee in. Visser is een fatsoenlijk beroep.
Persona non grata
Op een ochtend vroeg zijn moeder wat hij die dag zou willen eten maar die maaltijd heeft hij nooit gegeten. Op diezelfde dag is hij, zonder iets te zeggen of afscheid te nemen, als 15 jarige aangemonsterd op een schip naar America. Hij zou pas jaren later terugkeren.
Voor zijn familie is hij een persona non grata. Ik kan me zowel in hem als zij moeder inleven.
“En jij?” vraagt hij.
De foto
Ik vertel hem dat ik gescheiden ben, twee kinderen heb, een leuke baan en een tevreden leven leidt. Na een paar jaar zwaar depressief te zijn geweest heb ik mijn leven weer aardig op de rit. Het is makkelijk praten met hem. Soms buigt kort hij zijn hoofd schuin naar beneden. Het komt mij voor als een teken van instemming of begrip. Zijn pretoogjes laten mij niet los.
Inmiddels is het dorp volop tot leven gekomen. Het is een komen en gaan van toeristen. Sommigen lopen in hun badkleding door de straat. Iets wat ik niet begrijp. De oude burgemeester die een stukje verderop boven zijn krant zit te knikkebollen, schrikt soms verrast op. Aan zijn ogen mankeert niets. Ik bestel nog een tweede kop koffie en Teodor brengt ongevraagd nog een glas raki voor mijn tafelgenoot.
“Het enige waar ik echt moeite mee heb, is het loslaten van mensen.” vervolg ik. “Ik ben erg loyaal”.
“Mag ik een foto van jullie maken?” vraagt Teodor. We draaien ons van elkaar af, gaan er speciaal voor zitten en lachen samen de camera in.
Wordt vervolgd…